In 1945, na de bevrijding van de Duitsers, kregen alle toenmalige directeuren van de gemeente de opdracht om een verslag over de oorlogsjaren te schrijven. Gemeentearchivaris Dr. W. Moll deed dit voor het Haags Gemeentearchief.

Gemeentarchief aan het Rijswijkseplein 38 in 1926

Het verslag dat u hieronder kunt lezen is geschreven door Dr. W. Moll. Hij was gemeentearchivaris van Den Haag van 1 januari 1923 tot 1 september 1953. Het artikel is een kopie van het originele stuk en is niet aangepast aan de spelling van nu. Voor de leesbaarheid is de tekst wel opgedeeld in alinea's en zijn kopjes toegevoegd. Woorden met een * staan onderaan verklaard.

Het verslag over de oorlogsjaren 1940 tot en met 1945

Verhuizen van materiaal van het Rijswijkseplein naar de Aronskelkweg

In April 1940 werd een deel der verzamelingen, dat niet dagelijks geraadpleegd werd en bestaande uit ongeveer 1000 strekkende meters plankruimte, reeds naar de kelders aan den Aronskelkweg overgebracht. Zulks strekte tevens als generale repetitie voor een eventueele algeheele verhuizing. Deze was spoedig daarna noodig.

In de oorlogsdagen van Mei 1940 bleek de zorgvuldig voorbereide organisatie vlot te verloopen. Nadat de Burgemeester mij op 10 Mei om 6 uur 'a morgens het afgesproken signaal had gegeven, begon de zaak te loopen. Om 7 uur waren alle ambtenaren benevens zes gevorderde verhuisauto 's met personeel aan het archiefgebouw aanwezig. Direct werd met de overbrenging een begin gemaakt en zulks werd gedurende de oorlogsdagen in zwaren arbeid van twaalf uren daags in zoo snel mogelijk tempo voortgezet.

Gevaar voor medewerkers, de verhuizing stopt

Het bleek, dat de Aronskelkweg lag temidden van terreinen waar vele parachutisten daalden, zoodat telkens levensgevaar voor de daar werkzame archiefambtenaren ontstond en tevens stagnatie in de verhuizing. Dinsdag 14 Mei om 12 uur moest de verhuizing worden stopgezet, daar zij te gevaarlijk werd.

In 67 tapisiére*-vrachten was ongeveer 2000 strekkende meters verzameling overgebracht en was alles op zijn tevoren bepaalde plaats gezet. Alle Archieven, de Bibliotheek, de prentendoozen der Prentenverzameling en de geheele Letterkundige Verzameling bevonden zich toen aan den Aronskelkweg. Alleen de foto's der Prentenverzameling, de uitgebreide klappers en de Handbibliotheek waren met het meubilair nog aan het Rijswijkseplein achtergebleven.

Duitse troepen aan de Aronskelkweg; de verhuizing terug

Daar na de capitulatie het gevaar voor de verzamelingen aan den Aronskelkweg zeker niet geringer leek dan aan het Rijswijkseplein -want reeds den 15e Mei waren in de H.B.S.* Duitsche troepen ingekwartierd en was het gebouw geheel met afweergeschut omringd - werd in verband met het zich reeds aankondigend benzine gebrek besloten alles zooveel mogelijk terug te voeren.

Op 17 Mei begon dus de verhuizing opnieuw en op 22 Mei waren alle stukken, daarbij inbegrepen de reeds in April overgebrachte, zonder eenig verlies in het archiefgebouw teruggekeerd. Weliswaar in zekere wanorde, maar na ruim twee maanden was ook deze geheel weggewerkt.

Opname van Joodse en andere belangrijke archieven

Gedurende de oorlogsjaren zijn nog verschillende soms tamelijk ingrijpende maatregelen genomen moeten worden, in de eerste jaren werd onderdak aangeboden aan de archieven der 'Portugeesch-Israëlietische en der Nederlandsch-Israëlitische gemeenten, die daardoor bewaard zijn gebleven. Ook de Bevolkingsregistratie der laatstgenoemde gemeente kon op deze wijze gered worden. Verder werden talrijke archieven van vereenigingen en particulieren en vele andere verzamelingen, indien zij van genoeg algemeen belang schenen, in het archiefgebouw opgenomen.
Nadat in het najaar van 1942 de evacuatie een aanvang nam, werd hun aantal grooter. O.a. werd toen het uitgebreide en belangrijke archief der Ned. Hervormde Diaconie in ons gebouw geplaatst.

Bescherming van door de Duitsers "verboden" boeken

Nadat vernomen was, dat de Duitschers op het Koninklijk Huisarchief een onderzoek hadden ingesteld naar Joodsche, mnemonieke* en dergelijke hun niet welgevallige boeken om deze te vernietigen, werden alle lsraëlitische werken, boeken over vrijmetselarij, pacifisme, theosophie e,d., voor zoover niet in den gedrukten catalogus beschreven, uit de bibliotheek gelicht en met alle op hen betrekking hebbende catalogusbeschrijvingen verborgen in de kelders van het Museum* en later van het Rijksarchief, zulks met toestemming der Directeuren. Overbodige voorzorgen gelukkig; de Duitsers zijn de bibliotheek op het archief nimmer komen doorzoeken.

De kuststrook loopt gevaar; het Rijk verplaatst de kerkelijke en notarieële archieven

Toen in 1944 de toestand zich verscherpte en de kuststrook bijzonder gevaarlijk scheen, werden door het Rijk de kerkelijke archieven, die reeds meer dan 130 jaren bij de gemeente berusten, maar rijkseigendom zijn, opgevraagd en in Februari naar het kasteel de Cannenburgh te Vaasen overgebracht.
In Mei nam het Rijk ook het uitgebreide notariële archief terug, dat in de Rijksschuilkelder te Heemskerk werd geborgen.

Onderste planken leeggelaten in geval van voortgezette inundatie

Al deze verzamelingen zullen nog in deze maand ongeschonden in ons archiefgebouw terugkeeren, nadat de op de onderste verdieping staande notarieele protocollen het gebouw hadden verlaten en er dus 450 meters plankruimte vrij waren gekomen, werden alle archieven van de bovenste verdieping naar de benedenste, die toch nog eenige meerdere veiligheid verschafte, overgebracht. Echter werd van alle rekken de onderste planken leeggelaten omdat in geval van voortgezette inundatie allicht water in het laaggelegen archiefgebouw zou kunnen dringen.

Archiefmateriaal van de gemeente opgeborgen in stalen kasten en schimmelvorming

Toen bij het bombardement van Kleykamp* was gebleken, dat ijzeren kasten eenigszins bescherming hadden gegeven, werden de belangrijkste stukken, als bv. de volledige series resoluties en notulen van het gemeentebestuur en de rekeningen in een steeds gesloten gehouden ijzeren kast geplaatst. Alle archivalia bevonden zich daarna onder twee betonnen lagen. Ook werden de geheele Prentenverzameling en de Letterkundige Verzameling naar de benedenverdieping van het depot overgebracht.

Onrustbarende vochtigheidstoestand in het archiefgebouw

Na 1 November 1944 mocht op bevel van den toenmaligen Burgemeester in het archiefgebouw niet meer gestookt worden. Dit had rampspoedige gevolgen, de vochtigheidstoestand werd weldra hoogst onrustbarend. In de gangen kwamen plassen te staan, het water droop langs de muren, verschillende aan de wanden hangende prenten begonnen schimmel te vertoonen en schimmelvorming op de meubelen trad op. Gelukkig werden de archieven zelf minder door vocht aangetast dan te vreezen was.

Bombardementen op het Bezuidenhout en bom op de Pletterijkade

Na de evacuatie van Wassenaar in September 1944 en na het bombardement van het Bezuidenhout op 3 Maart 1945 werd aan verschillende ambtenaren van het archief en aan enkele andere personen toegestaan antieke meubelen, kisten met boeken e.d. in de tentoonstellingszaal onder dak te brengen.

De bom, die op 31 December op de Pletterijkade ontplofte, deed ruim 50 ruiten van het archiefgebouw breken. Ze werden door karton vervangen en eerst na de bevrijding werden nieuwe glasruiten aangebracht.

Er wordt weer gestookt; vochtgevaar verdwijnt

In den aanvang van 1945 werd met veel moeite toestemming verkregen de weinige brandstof, die nog niet door het Gemeentebestuur was weggehaald, te eigen nutte te gebruiken. Er bleek juist genoeg aanwezig te zijn om den depotvleugel gedurende acht weken drie dagen per week matig te verwarmen. Van 6 Februari tot 1 April werd dit gedaan en spoedig verbeterde de toestand in den depotvleugel aanzienlijk, zoodat verder geen vochtgevaar meer voor de verzamelingen dreigde.

Dienstverlening stopt door de kou

In de maanden November, December 1944 en Januari 1945 kwam de dienst vrijwel tot stilstand. De ijskoude leeszaal trok nagenoeg geen bezoekers, brieven om inlichtingen te verkrijgen kwamen met de gebrekkige postverbindingen slechts in geringen getale binnen. Na 6 Februari echter werd een in den depotvleugel geïmproviseerde leeszaal wederom door enkele bezoekers bezocht.

Kort na de bevrijding steeg het getal der bezoeken en dat der brieven tot vrijwel het vooroorlogsche peil. Niet echter tot de in de eerste oorlogsjaren bereikte hoogte.

Groeiende aandacht voor genealogie door dwang N.S.B.

Een der meest merkwaardige verschijnselen van de oorlogsjaren voor den archiefdienst was wel de geleidelijke buitengewone toeneming van den inlichtingendienst. Deze was voornamelijk te danken, misschien zegt men beter te wijten, aan de abnormale en ongezonde belangstelling voor geslachtskunde. Gedeeltelijk was deze gedwongen en sinister. Talrijke categorieën van medeburgers werden door de bezetters of door den N.S.B. gedwongen hun z.g.n. arische afstamming te bewijzen.

Stijgende bezoekersaantallen Studiezaal door Sibbekunde*

Maar daarnaast ontstond een wonderlijke liefhebberij in z.g.n. Sibbekunde* en talloozen werden per radio als anderszins aangespoord hun voorouders op te zoeken. Dit had tengevolge, dat het aantal bezoekers, in 1939 nog 432, in 1942 steeg tot 755. Deze brachten 3490 bezoeken aan de leeszaal, terwijl dit getal in 1939 slechts 1433 bedroeg. Ook de behandelde brieven stegen van 848 in 1939 tot 2390 in 1943-Tevens werden veel meer afschriften afgegeven dan in normale jaren het geval was. Steeg hun aantal in vroeger jaren zelden tot over de 50, in 1943 werden de 1000 overschreden.

Grote uitgifte 'godsdienstverklaringen' en stop aandacht voor genealogie

Daarnaast werden honderden godsdienstverklaringen vervaardigd, waarmede het gelukkig meermalen mogelijk bleek Joden te helpen. De eerste dergelijke verklaring werd in Juni 1933, dus kort nadat HitIer het bewind in Duitschland had aanvaard, de 1868- of laatste in November 1944 afgegeven. Want op 5 September 1944, dollen Dinsdag, zakte de Sibbekunde* en alles wat daarmee samenhing, vrijwel geheel ineen.

Na de bevrijding bleek, dat ook de bonafide genealogie met de sibbekunde voor een groot deel was verdwenen, al zal dit laatste vermoedelijk een tijdelijk, zij het zeer verklaarbaar, verschijnsel zijn.

Groei fotocollectie en bindwerk loopt terug

Tenslotte moge nog opgemerkt worden, dat in den loop der oorlogsjaren het aanschaffen van foto's, die vroeger ten getale van ongeveer 2500 per jaar binnenkwamen, veel moeilijker werd. Er kon en mocht niet meer gefotografeerd worden. In 1944 werden slechts 289 foto's verkregen.

De voorraden aan opzetpapier en bindermaterialen waren na drie jaren oorlog uitgeput. Zoodat ook ter binderij gedwongen stilstand intrad. Het ontbreken van fiches voor de klappers dreigde ook dit werk te stagneeren. Slechts door fiches te snijden van papier uit eigen voorraad gelukte het dit belangrijke werk met volle kracht voort te zetten.

De archieven en collecties hebben de oorlog zonder schade overleeft

Zoo heeft ook de archiefdienst den invloed der oorlogsomstandigheden in menig opzicht ondergaan. Toch mag de gemeente zich gelukkkig achten, dat toen de bevrijding eindelijk kwam, alle archieven en verzamelingen volkomen onbeschadigd waren gebleven. Geen enkel verlies is geleden, geen enkel stuk der verzamelingen is ook maar in het geringste beschadigd. Dit is stellig grootendeels te danken aan het feit, dat het Station H.S.M*, en de gasfabriek nimmer zijn gebombardeerd en dat geen bommen dichter bij het archief gebouw zijn gevallen dan op de Pletterijkade, de Weteringkade en het Hofwijckplein.

Wensen voor een nieuw gebouw

De ligging en de accomodatie van het archiefgebouw zonder kelders is echter in de laatste jaren wel bijzonder ongeschikt gebleken in tijden van oorlog en onrust. Daarom heb ik dan ook reeds in Mei 1.1. erop aangedrongen bij de plannen tot herbouw van Den Haag rekening te doen houden met de stichting van een nieuw archiefgebouw, liefst in de omgeving van Zorgvliet.

 

Uitleg van woorden met *

  • Tapisiére: vrachtwagen
  • H.B.S.: dit is de Hogere Burger School aan de Aronskelkweg die als uitwijk diende voor het Gemeentearchief
  • Museum: dit is het toenmalige Gemeentemuseum, nu Kunstmuseum
  • Mnemonieke: geheugenleer
  • (Gebouw) Kleykamp: in dit gebouw werden vanaf 1940/1941 de bevolkingsregisters bewaard. Veel (Joodse) stadgenoten konden door de bezetter worden opgepakt door de precieze registraties. Het gebouw is daarom op 11 april 1944 door de Engelsen gebombardeerd.
  • Sibbekunde: verouderde term voor 'genealogie'. De N.S.B. gebruikte deze term om hun omstreden genealogisch onderzoek te doen om te bewijzen dat mensen onderling verbonden waren door hun Arische achtergrond. Na de oorlog is dit woord daardoor niet meer gebruikt.
  • Station H.S.M.: Hollandse Spoorweg Maatschappij, het huidige Station Hollands Spoor.

Gemeentearchivaris W. Moll in 1940