Componist en dirigent Richard Hol is zeer betekenisvol geweest voor het Haagse muziekleven. In 1906 kreeg hij, zeer terecht, zijn eigen monument in onze stad.

20 oktober 1906, Monument voor Richard Hol aan de Stadhouderslaan in Den Haag bij de onthulling | Fotograaf C.J. de Gilde

“Wat zal Den Haag voor zijn oud-stadsgenoot, voor den grooten Nederlander doen? Zal de gemeenteraad, als er weer eens straten moeten gedoopt worden, ook eens denken aan een Richard Hol-plein of -laan?”.

Dit schreef een journalist onder het pseudoniem ‘Peripateticus’ in een dagbladartikel naar aanleiding van het overlijden van de componist en dirigent Richard Hol op 14 mei 1904. De publicatie is te vinden in het omvangrijke ‘Album van journalistieke artikelen van en over Richard Hol’ in het archief van de componist dat bij het Nederlands Muziek Instituut berust.

Betekenisvol figuur

Het was geen misplaatste hint aan het Haagse gemeentebestuur. Richard Hol, op 23 juli 1825 in Amsterdam geboren als Rijk Hol, was als componist, uitvoerend musicus en pedagoog niet alleen één van de leidende figuren in het nationale muziekleven geweest, maar had ook voor het Haagse muziekleven veel betekend als dirigent van de Koninklijke Liedertafel Caecilia (1878-1902) en als dirigent van de Diligentia-concerten (1887-1898).

Groot compositorisch oeuvre 

Hol was in Den Haag woonachtig aan de Nassau Odijkstraat. In Utrecht was hij organist van de Dom geweest en behoorde hij tot een van de leraren van de dirigent Willem Mengelberg.

Het archief van Hol bevat naast zijn groot compositorisch oeuvre onder andere correspondentie met Clara Schumann. De vier symfonieën die Richard Hol schreef zijn een aantal jaren geleden door het Residentie Orkest op CD uitgebracht. De stijl van Hol is duidelijk beïnvloed door die van Robert Schumann.

Geen vernoeming

Ook al deed de journalist zijn dringende beroep op het gemeentebestuur, in 1904 kwam er geen vernoeming van Richard Hol in een straatnaam in Den Haag, ook niet in de destijds nieuwe wijk Duinoord, waar de straten voor een groot deel naar Nederlandse componisten waren vernoemd, zoals Viotta, Lübeck, Nicolai, Schuyt, Obrecht en Sweelinck.

Pas vele jaren later, in 1949, kwam er tussen de 2e Schuytstraat en de Conradkade een Richard Holstraat, maar deze straat verdween al weer in 1951.

IJveren voor een monument

Wel kwam er in 1905 een indrukwekkend nationaal comité, dat voor de oprichting van een monument ter nagedachtenis van de overleden componist ging ijveren. Kennelijk hadden de initiatiefnemers hiertoe besloten nadat een eerdere poging om geld in te zamelen wegens gebrek aan belangstelling was gestaakt, zo blijkt uit een aantal circulaires in het archief van Hol.

Standplaats Den Haag

In de beslissing Den Haag als standplaats te kiezen voor het beeld liet het comité zich door dezelfde argumenten leiden als bovengenoemde Peripateticus. Het gemeentebestuur werkte mee.

Het werd een bronzen buste, vervaardigd door Bart van Hove, gedragen door een blok graniet, met aan de voorzijde een afbeelding van een gevleugelde muze. Boven de afbeelding staat in hoofdletters de naam Richard Hol.

Van Stadhouderslaan naar de Groot Hertoginnelaan

Het beeld werd geplaatst aan de Stadhouderslaan, maar moest in 1942 het veld ruimen voor de aanleg van de Atlantik Wall. Gelukkig is het monument na de oorlog teruggeplaatst, alleen niet op dezelfde locatie.

Bij de herbouw van het Statenkwartier kreeg het gebied gedeeltelijk een andere structuur, waardoor de originele plek niet meer beschikbaar was. Het monument verhuisde naar het plantsoen aan de Groot Hertoginnelaan, waar het nu nog steeds staat.

Straatnaam

Zijn straatnaam kreeg Richard Hol uiteindelijk in 1960, toen een groot aantal nieuwe straten in de wijk Nieuw-Waldeck naar componisten is vernoemd.