De Joodse wijsgeer en filosoof Baruch de Spinoza leefde van 24 november 1632 tot 21 februari 1677. Hij is geboren in Amsterdam en overleden in Den Haag. Met zijn publicaties en ideeën liep hij vaak ver vooruit. Hij is één van de belangrijkse filosofen die het Westerse denken gevormd hebben. Daarom werd er in de stad waar hij overleden en begraven is bedacht dat er een standbeeld moest komen voor deze belangrijke denker.

Beeld Spinoza in de sneeuw|Henri Berssenbrugge|1927|fragment van foto

In welke stad komt het standbeeld

Anders dan de standbeelden van Spinoza in Amsterdam en Voorschoten, die bovendien van veel recenter datum zijn, toont het bekende beeld aan de Haagse Paviljoensgracht de filosoof in zittende houding met in de rechterhand een paar vellen handschrift. Dat het beeld in Den Haag zou komen te staan, was overigens aanvankelijk niet zeker. Tijdens de voorafgaande procedures is Amsterdam op een goed moment ook in beeld geweest. Uiteindelijk koos het comité toch voor Den Haag zoals oorspronkelijk de bedoeling was. Het beeld van de filosoof had op diens tweehonderdste sterfdag, 21 februari 1877, moeten worden onthuld. Het werd uiteindelijk drieëneenhalf jaar later.

Waarom Den Haag?

Waarom op deze plek? Het huis aan de Paviljoensgracht 32 was Spinoza’s tweede Haagse woonhuis waar hij van 1667 of 1669 tot aan zijn dood in 1677 woonde. Zijn eerste Haagse domicilie bevond zich aan de Stille Veerkade. Zo wist de bibliothecaris Campbell van de Koninklijke Bibliotheek vast te stellen, toen hij als lid van het comité ter oprichting van een standbeeld voor Spinoza zelf onderzoek verrichtte op het Haags Gemeentearchief. Daaruit concludeerde hij dat Spinoza’s hospes Van der Speyck op nummer 32 had gewoond. Spinoza schreef op dit adres onder meer aan zijn Tractatus Theologico Politicus, waarin hij pleitte voor vrijheid van meningsuiting, democratie en tegen godsdienstige onverdraagzaamheid.

De eerste steen

Tijdens de herdenking van de tweehonderdste sterfdag van Spinoza op 21 februari 1877 werd een hoeksteen gelegd voor een Spinozamonument. De gastspreker op de herdenking van 1877, de Franse filosoof en schrijver Ernest Renan, eindigde zijn toespraak met deze woorden: "Wee de voorbijganger die iets kwetsends zegt tegen deze vriendelijke en in gedachten verzonken figuur. (...). Vanaf zijn granieten voetstuk leert hij ons over de manieren het geluk te bereiken dat hij vond; en in de komende eeuwen zullen cultureel gevormde mensen die voorbij komen langs de Paviljoensgracht tot zichzelf zeggen: “hier was het wellicht dat God het meest van dichtbij is gezien.”’

Inzameling van geld voor het beeld

In de daaropvolgende jaren werd in binnen- en buitenland druk geld ingezameld, waarbij de schamele 240 gulden uit Amsterdam en vooral de 25 gulden namens Leiden opvallen. Enige wrevel vanuit deze steden ten aanzien van Den Haag zal hieraan ongetwijfeld debet zijn geweest. Eind 1876 was niettemin al een totaalbedrag van 9.000 gulden bijeengebracht, voldoende om het project voortgang te doen vinden. Ter vergelijking: het standbeeld van Boerhaave in Leiden werd voor ongeveer 11.000 gulden gerealiseerd.

Verschillende ontwerpen

Het comité ontving uiteindelijk zestien modellen voor het standbeeld, maar geen kon de goedkeuring van de leden wegdragen. Volgens sommige critici lag het niveau van de inzendingen aan het te lage prijzengeld voor de winnende kunstenaar. Twee jaar later keurde het comité alsnog een voorstel van de Franse beeldhouwer Frédéric Hexamer goed. Dat commissielid graaf Van Limburg Stirum als enige een staande figuur wenste, is uiteindelijk genegeerd: het werd de zittende figuur die er nog altijd is te zien. In januari 1880 was het beeld voltooid, in september van dat jaar had de onthulling plaats.

Het beeld vastgelegd op de foto

In de tweede helft van de jaren twintig trok Henri Berssenbrugge er veelvuldig op uit om topografische foto’s te maken. Tien jaar eerder had hij zich gevestigd in Zeestraat 65, waar hij op de begane grond van het pand sinds 1921 ruimte had gecreëerd voor een expositiezaal, waar niet alleen eigen werk maar ook werk van anderen te zien zou zijn. Vijftig jaar na de herdenking legde de fotograaf het beeld van Spinoza in de sneeuw op deze foto vast.

De originele foto is vanwege auteursrecht alleen zichtbaar op de studiezaal of in een Historisch Informatie Punt.