Bioscopen waren in de crisisjaren dertig een populaire plaats om even aan de moeilijkheden van alledag te ontsnappen. Ondanks de Grote Depressie zijn deze jaren de succesvolste filmperiode van Hollywood geweest. De acteurs uit die tijd gelden tegenwoordig als de iconen van het witte doek: Clark Gable, Katharine Hepburn, Humphrey Bogart en kindacteur Shirley Temple.

Luchtfoto Transvaalkwartier (rechtsonder), Regentessekwartier (rechtsboven) en Valkenboskwartier (linksboven). Loosduinseweg, Apeldoornselaan (Capitol), De La Reyweg, Paul Krugerlaan, Beeklaan en Regentesselaan (foto Jaap Rijkenberg)Luchtfoto Transvaalkwartier (rechtsonder), Regentessekwartier (rechtsboven) en Valkenboskwartier (linksboven). Loosduinseweg, Apeldoornselaan (Capitol), De La Reyweg, Paul Krugerlaan, Beeklaan en Regentesselaan (foto Jaap Rijkenberg)

Ook in Nederland leefde de filmindustrie een op. De eerste Nederlandse geluidsfilm was Willem van Oranje, de geluidsfilm De Jantjes werd iets later uitgebracht en trok veel meer bezoekers. Een belangrijke ontwikkeling was in deze tijd ook de komst van het bioscoopjournaal met gesproken commentaar. Via deze weg kregen de mensen het wereldnieuws te zien, zoals de opkomst van Adolf Hitler in Duitsland en de toenemende oorlogsdreiging aan het eind van de jaren dertig.

De gebroeders Curt en Erwin Hirschberg

In 1918 begonnen de tweelingbroers Curt en Erwin Hirschberg hun Filmtheater in Breslau en in de jaren daarna openden zij er vele theaters en bioscopen. Vanwege het naziregime vluchtten de Joodse broers in juli 1935 naar Nederland. Zij mochten slechts een bedrag van 20.000 Reichsmarken van het Duitse Reichsfinanzministerium vlucht meenemen en verbleven enkele jaren in Den Haag. Het meegenomen geld moesten de broers investeren in Duitse filmproducties. Zij zetten een nieuwe onderneming op ‘Gebroeders Hirschberg Hollandsche Bioscoopexploitatie’. In Den Haag verwierven zij in de vooroorlogse jaren de bioscoop het Capitol aan de Loosduinsekade en in het zuiden van het land begonnen zij eveneens met de exploitatie van bioscopen en theaters. Na de tegenslag in Duitsland, bouwden zij weer een bloeiend bedrijf op Nederland. Maar daaraan kwam een einde toen de Duitsers in mei 1940 Nederland bezetten.

Deportatie naar Auschwitz

In Nederland werden op last van de Duitse bezetter een reeks anti-Joodse verordeningen van kracht. Hierdoor werden Joden geleidelijk al hun rechten ontnomen. Uiteindelijk werden zij naar het Oosten gedeporteerd, zogenaamd voor ‘tewerkstelling’. Daar waren vernietigingskampen waar de meesten in het geheim werden vermoord, terwijl slechts een klein aantal kon overleven.

De ongehuwde broers woonden met hun moeder Hedwig Sara Hirschberg-Madowsky in Valkenburg. Curt Hirschberg wist na een eerste oproeping om zich voor Westerbork te melden, eerst uitstel van transport te verkrijgen via de Joodsche Raad. Op 26 augustus 1942 werd hij gedeporteerd naar Auschwitz. Zijn broer Erwin Hirschberg werd op 12 november 1942 in Westerbork geregistreerd in barak 68. Op 30 november 1942 werd hij op transport gesteld naar Auschwitz. De moeder Hedwig Sara Hirschberg bleef achter in Valkenburg, waar zij overleed op 18 februari 1943. Haar graf bevindt zich in Valkenburg (Cauberg).

Dwangarbeid: de zogenaamde ‘Cosel’-transporten

Tussen 28 augustus en 12 december 1942 werden duizenden Joodse mannen in de Poolse plaats Cosel door nazi’s uit de treinen gehaald. Zij waren met hun gezinnen uit Westerbork vertrokken en werden tewerkgesteld in kampen. Hun gezinnen en familie werden later na aankomst in Auschwitz vermoord.

In Cosel werden ongeveer 9.600 Joodse mannen geselecteerd uit deportatietreinen afkomstig uit Nederland, maar ook uit België en Frankrijk.

De broers Hirschberg werden in werkkampen in de omgeving van Auschwitz als dwangarbeider voor Duitse bedrijven ingezet. Auschwitz bevindt circa 200 kilometer van hun geboorteplaats Breslau (Wroclaw). De omstandigheden en de behandeling in die kampen verschilden sterk: van zeer slecht op het gebied van hygiëne en voedselvoorziening, tot redelijk. In sommige kampen was de behandeling redelijk, in andere zeer slecht. In augustus bevindt Curt Hirschberg zich in Blechhammer (Blachownia), waar de Oberschlesische Hydrierwerke uit steenkool benzine vervaardigde, in de regio Auschwitz het grootste dwangarbeiderskamp. In het dagboek van zijn medegevangene Ernst Ruschkewitz staat te lezen dat er dysenterie heerste, een luizenplaag en dat er velen ziek zijn. Ieder overlijdt er iemand in de barak. Op 23 augustus 1943 overleed Curt Hirschberg in Blechhammer.

Loosduinseweg, op de achtergrond (links) het Capitol Theater ca. 1935.Loosduinseweg, op de achtergrond (links) het Capitol Theater ca. 1935.

Erwin werd met vele andere gevangenen in januari 1945 onder bewaking van de SS te voet naar Buchenwald gevoerd. Deze marsen stonden bekend als dodenmarsen:

‘Zeven dagen lopen. Wie niet meekon, werd doodgeschoten. Onder vermomming van een uit Russische krijgsgevangenschap ontvluchte Duitse soldaat, nam een katholiek ziekenhuis mij op. Men amputeerde een teen en verzorgde mijn bevroren voeten. Ik kwam er door. Toen de Amerikanen mij bevrijdden, woog ik nauwelijks 75 pond.’

Het is één van de paradoxen van de Shoah: de meeste Joden die de kampen hebben overleefd, waren daar als dwangarbeider tewerkgesteld. Maar hoewel ze niet direct naar de gaskamer werden gestuurd, was de Vernichtung durch Arbeit hun door de nazi’s beoogde lot.

Na de bevrijding

Erwin Hirschberg keerde vanuit Duitsland terug naar Nederland. Eerst moest hij een juridisch gevecht leveren om zijn eigendommen weer terug te krijgen. In 1952 verkreeg hij het Nederlanderschap en reisde hij een maand lang door zijn geboortestreek: Silezië. In 1966 verkocht hij de bioscoop Capitol aan de Haagse evangelist Johan Maasbach, die het gebouw als evangelisatiecentrum ging gebruiken. 

Dagblad Trouw schreef op 30 november 1966:

Maasbach (48), voorzitter en oprichter van de stichting „Volle evangeliezending" heett begin augustus het Capitol Theater gekocht. Voor deze bioscoop met tegen de duizend zitplaatsen, gelegen aan de Loosduinsekade, is toen een bedrag van, naar verluid, achthonderdduizend gulden betaald. Na een verbouwing zouden er een centrum voor gebedsgenezing en de kantoren van Maasbach's stichting in worden ondergebracht. Geld noodzakelijk voor aankoop en verbouwing, baarde de evangelist weinig zorg. Het zou wel binnenkomen in de vorm van giften van de vele sympathisanten en vrienden

De Amerikaanse gebedsgenezer T.L. Osborn wijdde het gebouw op 9 december 1966 als zodanig in. Het optimisme van Maasbach bleek terecht, nu nog steeds fungeert het Capitol als gebedsruimte voor de leden van Maasbachs pinksterbeweging. Het was een opmerkelijke transitie, die tegen de historische trend inging: van seculier gebouw met een entertainmentfunctie kreeg het een religieuze functie.


Bronnen:

NIOD: Toegangnummer 28-5835 Liquidatiedossiers van de Omnia-Treuhandgesellschaft m.b.H., de Deutsche Revisions- und Treuhandgesellschaft A.G. (DRT) en de Niederländische Aktiengesellschaft für Abwicklung von Unternehmungen (NAGU), geordend op dossiernummer.

Rembrandt Theater – Joods Erfgoed Den Haag

Dr. Herman van Rens, Annelies Wilms, Tussenstation Cosel : Joodse mannen uit West-Europa naar dwangarbeiderskampen in Silezië, 1942-1945 (Hilversum, Verloren: 2020)

Voor een recensie, zie: Tussenstation Cosel: ‘Vernichtung durch Arbeit’ | Historiek

Diverse documenten (artikelen uit het Limburgs Dagblad) over Hirschberg, Erwin (rijckheyt.nl)

Arolsen-Archives: Joodse Raadkaarten Curt en Erwin Hirschberg.

Leuk artikel? Ga naar meer informatie over de serie 'Geloven in verandering' of lees het interview met David Maasbach van Maasbach Wereldzending.