Het Haags Gemeentearchief verzamelt verhalen van burgers die de Tweede Wereldoorlog van dichtbij mee hebben gemaakt. Ooggetuigen aan het woord over de Tweede Wereldoorlog in Den Haag.
Interviewer Casper van Bohemen gaat bij ze langs om hun verhaal op beeld vast te leggen voor later.

Drie indrukwekkende verhalen

Aan het woord zijn Theo Berg, Dorothée Aarts-Dreese en Kees Zijderveld. Zij nemen u, elk op eigen wijze, mee in hun herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog in Den Haag. Indrukwekkende verhalen van 3 (toen) jonge mensen.

Theo Berg

Theo Berg (86) is in Deventer geboren. Het Joodse gezin verhuist korte tijd later naar de Eiklaan 9 te Rijswijk. Dat huis staat er nog altijd. Tijdens een razzia, waarvoor ze worden gewaarschuwd door de buren, vlucht de familie naar boven via de dakgoot naar het naburige balkon. Ze ontkomen, ongezien aan de Duitse soldaten. Een opa, oom en tante worden opgepakt en overleven de oorlog niet. Het gezin duikt gedurende tweeënhalf jaar onder in Voorschoten bij een vissersvrouw - tante Trijn - met vier kinderen. Haar man is tijdens de oorlog op zee en vaart door naar Engeland. Over de tijd met ‘tante Trijn‘ vertelt Theo uitgebreid en ook wat het met je doet als kind als je steeds moet onderduiken. De Bevrijdingsdag was voor Theo dan ook onvergetelijk. Sindsdien heeft hij een ontembare vrijheidsdrang.

Theo woont ook in opperste vrijheid in zijn vrijstaande huis uit 1935 aan de Maas. Na de bevrijding keert het gezin terug naar hun huis in Rijswijk, waar NSB'ers gedurende de oorlogsperiode bezit van hadden genomen.

 Theo BergTheo Berg

Dorothée Aarts-Dreese

Dorothée is in 1928 in Antwerpen geboren in een zeer liefdevol gezin. Omdat haar ouders niet religieus zijn beseft Dorothée tijdens haar jeugd nauwelijks dat ze Joods is. Haar vader, uit een Haagse juweliersfamilie, vlucht in 1942 naar Zwitserland. In hetzelfde jaar vlucht ook zij en haar moeder met behulp van een mensensmokkelaar via Frankrijk naar Zwitserland. Zij bezoekt in Genève als vluchteling een elitaire Nederlandse school. In augustus 1945 keert de familie terug naar Den Haag. Het huis in Antwerpen blijkt gebombardeerd te zijn. De meeste andere familieleden hebben de oorlog niet overleefd en zijn in de vernietigingskampen vermoord. Negen leden van de familie waren ondergedoken te Leiden. Zij overleefden de oorlog wel. Daardoor kon de familie hun juwelierszaak Dreese aan de Korte Poten 32 te Den Haag wonderwel continueren! Dorothée maakt in Nederland haar HBS-opleiding af.

"Ik wil wel overbrengen, dat oorlog gruwelijk is en voorkomen moet worden." Jongeren zouden in de ogen van Dorothée stil moeten staan bij het feit, dat ze in vrede leven en niet worden vervolgd. Daarom is het goed dat ze kennisnemen van de oorlogsgeschiedenis.

 Dorothee Aarts-DreeseDorothee Aarts-Dreese

Kees Zijderveld

Kees Zijderveld werd in 1934 te Den Haag geboren in een gezin van zes, tegelijk met zijn nog levende tweelingzus. De herinneringen aan de oorlog staan in zijn geheugen gegrift. In 1940 kwam Kees als zes-jarig jongetje uit school. Hij liep naar de Laan van Poot in de Vogelwijk, waar het gezin woonde. Vader was docent Latijn & Grieks. Onderweg kwam hij een peloton marcherende en zingende Duitsers tegen. Zij wenkten hem om mee te lopen en lokten Kees met chocola. Kees zong weldra mee uit volle borst: “Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein”. Thuisgekomen vertelde hij z’n avontuur maar kreeg enorm ‘op zijn donder’ door zijn zeer anti-Duitse vader. In 1943 ontvangen zijn ouders een ontruimingsbevel van de burgermeester dat hun woning in opdracht van de Duitsers moet worden afgebroken i.v.m. de aanleg van de Atlantikwal. De familie kreeg vervolgens een woning aangeboden in de Stephensonstraat in het Regentessekwartier. Door de spoorwegstaking in september 1944 kwamen er grote voedseltekorten, zo ook in het gezin van Kees. De situatie werd steeds nijpender. Voedselbonnen en de gaarkeuken waren niet langer toereikend. Kees sprokkelde hout in het Scheveningse Bos. Zijn vader schreef aangrijpende brieven om aandacht te vragen voor de honger in zijn gezin. Een van Kees’ drie zussen werd in december 1944 ondergebracht bij een rijke boer in Rozenburg. Kees ging in januari ’45 zelf naar de landarbeider van deze boer, een gezin met tien kinderen in een nederig dijkhuisje. Met dit gezin heeft Kees tot voor kort contact gehouden.

Hij had het enorm naar zijn zin in Rozenburg. Kees kreeg als bijnaam ‘professor zeemleer’ omdat hij voor Rozenburgse begrippen bekakt Haagse sprak en een geel fluwelen broek droeg, gemaakt door zijn moeder van velours gordijnstof. De oorlogservaringen staan Kees nog zeer helder voor de geest en vormen een rode draad door zijn leven.

Kees ZijderveldKees Zijderveld

Bekijk de serie

De verhalen zijn te zien op ons Youtubekanaal.

Realisatie

Dialoog Produkties, Ard van Rijn, Gerard Arkink

Met dank aan: Carla Zijderveld, Reinier Horjus, Sipke Witteveen, Ellen van der Waerden, Herinneringscentrum Westerbork